Een onrustige baby een voeding: het lijkt soms niet samen te gaan. Door de voeding krijgt je baby krampjes, een koemelkeiwitallergie, last van zijn reflux. Drinken en eten is echter noodzakelijk. Wat moet je dan doen als je weet dat voeden gaat leiden tot onrust? Wat kun je geven?
Een onrustige baby is geen hongerige baby
Vaak wordt gerommeld met voeding, omdat de baby onrustig is. Met alle beste intenties, want met andere voeding probeer je de onrust te verhelpen. Een baby met een grote zuigbehoefte of een baby dat zoekt naar geborgenheid wordt vaak onjuist bestempeld als een hongerige baby en voeding wordt vervolgens aangedikt. Dit soort voeding is alleen aan te raden als je echt een hongerige baby hebt. Vergewis jezelf er eerst van of je baby nu extra hongerig is of juist pijn heeft en daardoor hongerig lijkt. Een hongerige baby zal na de voeding na de voeding rustig zijn: zijn honger is immers gestild en hij heeft verder nergens last van. Dit in tegenstelling tot een baby met krampjes of reflux of een baby met een hoge behoefte aan geborgenheid of verhoogde zuigbehoefte. Deze baby’s zullen onrustiger drinken, want het drinken veroorzaakt of pijn of is niet de oplossing. Ook zijn deze baby’s na de voeding onrustig. De oplossing is dan niet speciale voeding of het indikken van de voeding, maar het vinden van een oplossing voor de oorzaak van de onrust.
Hypo-allergene voeding
Heeft je baby een koemelkallergie, dan stap je over op hypo-allergene voeding of je stapt zelf over op een hypoallergeen dieet, als je borstvoeding geeft. Zo’n dieet betekent dat de moeder alle allergene voedingsmiddelen uit haar dieet schrapt. Dat zijn onder meer melkproducten en producten waarin sporen van melk zitten. Maar ook producten die bekend staan om het uitlokken van allergieen, zoals tomaten, noten, schaal- en schelpdieren. Na ongeveer een week zijn alle sporen uit je lichaam verdwenen en kun je het resultaat bij je baby zien. Heeft het effect? Dan ga je door en win je advies in bij een dietiste (om zelf niets tekort te komen). Heeft het geen effect? Dan heeft het dieet ook geen zin. Bij flesvoeding stap je over op de speciale soorten. Hierin zijn wat gradaties. Welke geschikt is, hangt van je baby af. Een ernstig allergisch kind zal melkpoeder moeten hebben waarbij het melkeiwit behoorlijk is opgeknipt. Een licht allergische baby kan het doen met een mindere opknipping. Je start daarom met de ‘pepti’s’. Heeft dit geen resultaat? Dan kun je op doktersrecept bijvoorbeeld Nutramigen krijgen. Wissel niet te vaak en ook niet op eigen houtje.
Hypo-allergene voeding kan ook zinvol zijn als je baby reflux heeft. Reflux en een koemelkallergie gaan namelijk vaak hand in hand. Bovendien lijkt hypo-allergene voeding makkelijker te verwerken zijn.
Het indikken van voeding
Een veel gegeven advies bij reflux en darmkrampjes is om de voeding in te dikken. Het idee hierachter is dat dikkere voeding minder makkelijk terugvloeit en zo minder refluxklachten geeft. Echter: dit is niet wetenschappelijk bewezen. Feit is wel dat dikkere voeding zwaarder op de maag ligt en zo juist krampjes kan veroorzaken (of obstipatie). Doordat de voeding dikker is, zit je baby eerder ‘vol’ en zal per saldo minder drinken. Daarbij bevat het johannesbroodpitmeel (wat de voeding dikker maakt) geen voedingswaarde. Je baby zit dus eerder vol met minder. Onrustige baby’s zijn in de meeste gevallen geen grote eters. Met het indikken loop je de kans dat je baby dus nog minder binnenkrijgt en last krijgt van (extra) krampjes of obstipatie. Daarom is het beter de voeding puur te houden en niet in te dikken. Met een uitzondering: als je baby veel spuugt kan het pitmeel het spugen verminderen. Kijk dan of je baby last krijgt. Is dat niet het geval, dan gewoon doorgaan met het indikken.