Allergie

De oorzaak van de onrust: je vermoedt dat het een allergie is. Steeds meer baby’s hebben last van een allergie. Misschien omdat het vaker voorkomt en dus vaker wordt doorgegeven. Andere stemmen beweren dat het komt door ons schone leefomgeving en daarmee tere systemen. Wat je kunt doen, lees je op deze pagina.

 

 

 

Symptomen

  • Je uk huilt vooral tijdens en kort na de voeding.
  • Rondom het mondje (en soms ook op het lijfje) een uitslag van rode pukkeltjes.
  • Onrustige darmpjes: spugen, diarree (met slijm en bloed), verstopping (bij flesvoeding) en krampjes.
  • Onrustige huid: eczeem, zwellingen, huiduitslag.
  • Algemeen: veel huilen, ontroostbaar, onrustig, groeiachterstand.

Hoe werkt het met een allergie?

Het afweersysteem van je uk reageert op iets in de voeding. Dat kan een eiwit zijn, maar bijvoorbeeld ook een kleurstof. Kleine ukjes reageren meestal op het koemelkeiwit. Volgens onderzoeken heeft zo’n 2 tot 6% van de kinderen hier last van. De kans hierop is groter als een ouder of broertje/zusje al allergisch is.

 

Welke allergieën zijn er?
De meeste baby’s zijn allergisch voor koemelkeiwit. Ze reageren allergisch op alle voedsel waar ook maar enigszins melk of zuivel in is verwerkt. Van een koekje tot de fles. Kenmerkend is dat ze er steeds meer last van krijgen: het bouwt zich op. Zo’n 6% van de pasgeboren baby’s heeft koemelkeiwtallergie. Het goede nieuws: op driejarige leeftijd is zo’n 90% van deze kinderen er overheen gegroeid.

Naast koemelkeiwitallergie kan je uk ook overgevoelig zijn voor gluten (coeliakie). Meestal beginnen de klachten dan veel later, zo rond de achtste maand (als het vaste voedsel wordt geïntroduceerd). Wat je ervan merkt is dat de klachten eerst heel vaag zijn (kokhalzen, overgeven). Vervolgens wordt het ernstiger: buikpijn, diarree, slecht groeien, weinig eetlust, humeurigheid. De oorzaak: de eiwitten die in de gluten van enkele granen zitten worden niet goed verdragen. Glutenovergevoeligheid blijft het hele leven bestaan, gaat niet over, en brengt een speciaal dieet met zich mee. Het kan enige tijd duren eer coeliakie wordt geconstateerd. Er is echt bloedonderzoek nodig naar specifieke antistoffen om dit te achterhalen.

Kans op een allergie
Allergie is een kwestie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren.

Erfelijke aanleg                        Kans
Ouders niet allergisch              10%
Allergisch broertje/zusje           20%
Een ouder allergisch                40%
Beide ouders allergisch            60%

Kinderen die geboren worden in de wintermaanden hebben bovendien een grotere kans om allergisch te worden. Dit geldt voor allergie voor graspollen, huisdieren, eieren, melk.

Testen op koemelkeiwitallergie
Hoe weet je zeker of je baby een koemelkeiwitallergie heeft? Je kunt ‘testen’ of dit het is door allergenen uit de voeding te laten. Allergenen zijn de voedingsmiddelen waar veel mensen allergisch op (kunnen) reageren. Typische voorbeelden zijn: aardbeien, noten (en pinda(kaas)), schaal en schelpdieren, zuivel, tarwe. Bij jonge baby’s gaat het vooral om zuivel, de koemelk of de flesvoeding (of de zuivel die de moeder heeft genuttigd als ze borstvoeding geeft).

Voeding bij koemelkeiwitallergie
Geef je de fles, dan koop je dus hypoallergene melk (dus die voor baby’s met een allergie is en niet de melk ter preventie van allergie, want daar zit maar een lichte verknipping van het eitwit in.) De flesvoeding voor baby’s met een allergie gaat in fasen. Dat heeft te maken met de mate waarin het koemelkeiwit is verknipt. Het verknippen wordt gedaan om het immuunsysteem enigszins om de tuin te leiden: een heel klein stukje eiwit wordt minder snel herkend en geeft minder last. De eerste fase is de voeding ter preventie van een allergie, welke je gewoon in de supermarkt of bij de drogist kunt kopen. De tweede fase koop je bij de apotheek. Op recept wordt dit door veel verzekeraars vergoed. Dit zijn bijvoorbeeld de Nutrilon Pepti of de Friso Pep. Hierop doen veel baby’s het al heel goed. Is dat niet het geval, dan volgt de derde fase. Nutramigen is hiervan een voorbeeld. Je huis- of kinderarts kan je hierin begeleiden.

Geef je de borst, laat dan zelf de verdachte voedingsmiddelen staan. Eerst een maand alle allergenen niet eten. Dat is heel zwaar, want melk zit in ontzettend veel producten (van een koekje tot brood). Je kunt dit ‘gewoon’ een maand doen, zonder dat je supplementen nodig hebt. Je zult merken, als het een allergie is, dat je baby rustiger wordt. Is dit het geval, dan kun je na een maand gaan provoceren, uitproberen.

Dit doe je als volgt:

  • Smeer een klein druppeltje (echte) melk op het kinnetje. Geen reactie (uitslag)? Dan:
  • Een paar druppeltjes op de lippen. Geen reactie? Dan:
  • Een paar druppeltjes in de mond. Wacht het af.
  • Gaat het allemaal goed, dan kun je bij de fles een klein beetje ‘echte’ poeder doen. Wacht dan rustig een paar uur af om te zien wat er gebeurt.
  • Gaat het goed, dan doe je er meer bij (de volgende dag) en zo verder. Gaat het niet goed, dan contact opnemen met een deskundige. Waarschijnlijk moet je baby dan op de hypo-allergene melk blijven en zul je na de eerste verjaardag de test opnieuw doen.

Bij borstvoeding is het allemaal iets ingewikkelder. Je kunt het beste testen door dan zelf iets allergeens te eten. Een klein beetje is al genoeg. Dit kun je steeds weer uitbreiden als het goed gaat. Echter: het koemelkeiwit moet natuurlijk wel eerst in je melk komen, dus je zult niet meteen een reactie zien. Heb je binnen 24 uur niets gemerkt, dan kun je door.

Opgelet
In de BMR-vaccinatie zit een verzwakt mazelenvirus wat gekweekt is op cellen van kuikens in aanleg. Dit kan reacties uitlokken bij kinderen die overgevoelig zijn voor kippenei.

Plaats een reactie